NEEDE – ‘De laatbloeier’. Dat is de titel van de boeiende biografie van Reinier Hassink, die een compleet overzicht biedt van zijn wielerleven als topamateur én een inkijkje geeft in zijn privéleven. Het is een meer dan lezenswaardig document geworden, die gekoppeld is aan een expositie in De Oale Smederieje in Neede. De privécollectie van Hassink is daar tentoongesteld en er is een video te zien van Olympia’s Ronde in Neede. Hij presenteerde zijn boek op zijn 80ste verjaardag en hij heeft altijd een beetje in de schaduw van zijn zes jaar jongere broer Arie gefietst, die op jongere leeftijd begon en ook veel meer de mogelijkheden had om te trainen. Problemen met de longen stonden een profcarrière van Arie in de weg. Reinier was een voetballer bij Sportclub Neede en besloot, op aandringen van Bennie Stokkink, te gaan fietsen. De racefiets werd aanvankelijk gedeeld met Arie, waarbij het zadel onder meer steeds moest worden aangepast van hoger naar lager. Het fietsen ging Renier zó goed af dat hij na een half jaar besloot te stoppen met voetballer. Tot teleurstelling van het bestuur van Sportclub Neede. Hij zelf heeft nooit spijt gehad van die keuze.
Topamateur
Reinier groeide uit tot een topamateur. Omdat hij jong trouwde en daardoor aan het werk moest om het gezin te onderhouden, bleef een profcarrière uit zicht. Zijn leven bestond uit het zijn gezin, werk en wielrennen. Maar het gezin stond er volledig achter, zelfs de vakanties stonden in het teken van wedstrijden fietsen. “Dan gingen we naar Limburg of Duitsland en dan reed ik daar een vijftal wedstrijden”, zegt Reinier Hassink. Hij is een liefhebber pur sang, eentje van de oude stempel, met een karakter dat gevormd is door het vele werk en de vele uren op de fiets. Daar is hij niet slechter van geworden. Zoals hij voor de voeding luisterde naar de huisarts. Biefstuk? Hij at net zo graag speklappen of riblappen. “Als je normaal en gezond eet krijg je alles binnen wat je nodig hebt. Mijn vrouw zorgde heel goed voor me.”
Bijna uitverkocht
Het boek ‘De laatbloeier’, uitgegeven door Hassink zelf in samenwerking met de Historische Kring Neede, mag gerust een succes worden genoemd, want de eerste oplage is al bijna uitverkocht. “Ik moet wel zeggen dat alle 700 leden van de Historische Kring het boek van mij hebben gekregen”, zegt Hassink. “Maar ik wilde van de opbrengst een donatie doen aan goede doelen. Ik heb twaalf verenigingen een donatie kunnen doen van 500 euro. Daarvoor wilde ik ook 20 sponsors binnenhalen, maar het zijner 50 geworden die allemaal hetzelfde bedrag hebben gegeven. Prachtig.” Wat ook mooi is. Reinier Hassink begeleidt gasten tijdens de exposities zelf langs de krantenknipsels en vitrines. Zo staan ze ook stil bij de nog altijd blinkende racefiets uit 1985, met de versnelling nog aan de buis. Hij blijkt er nog altijd op te fietsen. “Waarom niet? De kinderen zeggen dat ik een nieuwe moet kopen, maar deze doet het nog prima voor de tochtjes over 50, 60 kilometer die ik nog fiets.”
Onverwacht verlies
Hij begon een aantal jaren met schrijven van het boek; met een potlood op papier, zodat hij fouten kon weggummen. Stiekem, om zijn vrouw er later mee te kunnen verrassen. Maar zover kwam het niet, ze overleed onverwacht. “Helaas heeft ze dit niet meer kunnen meemaken”, zegt Hassink, die het uiteraard moeilijk had met het onverwachte verlies. Maar hij pakte zijn leven weer op, alsmede het schrijven. Met een prachtige biografie van een laatbloeier als resultaat.