Weidevogelgroep – VAN Berkel & Slinge – werkt samen met de boeren om het ecosysteem in Berkelland te herstellen

EIBERGEN – Een groep gedreven vrijwilligers zet zich in om de populatie van de weidevogels weer te herstellen. Ze werken samen met de Provincie, het waterschap, de gemeente, de grondeigenaren én met de boeren. Waarom is het werk dat ze doen zo belangrijk?

Stefanie Kruizinga ging met drie van hen in gesprek.

Na 3 slechte jaren eindelijk een goed jaar
In het kantoor, gelegen in Eibergen, zitten Gemma Brinkhuis (vrijwilliger) Cees van Beinum (in 1974 oprichter vogelwerkgroep Eibergen, nu coördinator roofvogels en actief weidevogelvrijwilliger) en Gerrit Stomps (o.a. coördinator van de weidevogelgroep) al klaar om hun enthousiaste verhalen te vertellen. ‘Weet je iets over weidevogels?’ vraagt Gerrit. Ik vertel dat mijn vader vroeger gewapend met een vogelboekje er met mij op uit ging om vogels te leren herkennen, inclusief het geluid dat ze maakten. Daar is het een en ander van blijven hangen, maar niet al te veel, vertel ik naar waarheid. ‘De afgelopen drie jaar waren erg slechte jaren voor de vogels zoals de Kievit en de Grutto’, begint Gerrit te vertellen. ‘Het was extreem droog waardoor de vogels geen eten konden vinden. Door de droogte was de bodem extreem hard en waren er te weinig bloemen en kruiden dat weer leidde tot een tekort aan insecten. Maar dit jaar ziet er vooralsnog erg goed uit. ‘Het voorjaar was misschien nog af en toe net iets te koud, maar nu is het weer optimaal voor o.a. de Kievit en de Grutto,’ al is het op dit moment al weer erg ingedroogd vult van Beinum aan.

Vrijwilligers
De Weidevogelgroep bestaat uit 20 actieve vrijwilligers die minimaal een paar uur per week vanaf een afstand eerst observeren en van – wanneer nodig- door de weilanden heen lopen om op zoek naar nesten gaan. Wanneer er nesten worden gevonden worden deze eventueel gemarkeerd. Daarnaast zijn er 5 dronepiloten die regelmatig in de vroege uurtjes met de Drone voorzien van warmtebeeld camera op pad gaan om nesten te zoeken en te controleren. Wanneer men denkt aan vogelaars of weidevogelwerkgroepen denkt men vaak aan grijze gepensioneerde kopjes. Toch sluiten steeds vaker jongeren zich bij de groep aan. Zo is er een groep enthousiaste dames in Geesteren die zich fantastisch inzetten voor de weidevogels en de gemiddelde leeftijd flink verlagen. ‘Zonder deze vrijwilligers zou het werk dat we doen niet mogelijk zijn’, bevestigt Brinkhuis.

Belang van leefomgeving
De leefomgeving van de weidevogels is van cruciaal belang. De organisatie heeft in de Achterhoek twee Kerngebieden; het Beltrumseveld en Noordijkerveld. Ook draait er een pilotproject op de Hagdijk. Daarnaast zet de organisatie zich in om “plas dras” gebieden te creëren. ‘Dit zijn gebieden waar een klein laagje water in het weiland staat. Weidevogels zijn gek op dit soort plekken, ze kunnen er veilig rusten en het zijn ideale plekken voor de vogels om eten te vinden,’ legt Gerrit uit. De organisatie heeft naast het herstellen van het ecologische systeem ook verduurzaming hoog op het lijstje staan. Zo is de waterpomp die het water in het “plas dras” gebied pompt aangesloten op zonnepanelen. ‘Alles staat met elkaar in verbinding, de insecten, de vogels, de ‘predatoren’ zoals de vos en de marter. Het hele ecologische systeem is zo vernuftig, maar is helaas al jaren flink uit balans,’ aldus Brinkhuis. “Natuurlijk is de Achterhoek niet het ideale weidevogelgebied, maar we willen de weidevogels heel graag behouden in de Achterhoek. Predatie hoort er dan ook gewoon bij, maar niet aangelijnde honden en zwerfkatten is menselijke nalatigheid. Daar zouden we met elkaar wel wat aan kunnen doen”, stelt Cees van Beinum.

Intensivering landbouw effect op vogels
Sinds de intensivering van de landbouw gaan de cijfers van de weidevogels hard omlaag. ‘We kunnen niet anders dan stellen dan dat het huidig landbouwbeleid niet zo best is voor de weidevogels’, zo zegt Brinkhuis. ‘Zo waren In 1978 alleen al in gemeente Eibergen 128 Grutto paren te tellen. Nu, in heel Berkelland zijn er maximaal 50 paren te vinden,’ vult van Beinum aan. Gerrit legt uit dat ze in februari/ maart al beginnen met het zoeken naar Kievitsnesten. Dit gaat in samenwerking met de boeren en/of landeigenaren. Vanaf dat moment is het hopen dat de eieren uitkomen en de kuikens opgroeien tot sterke volwassen vogels.


Het belang van de boer
In de Achterhoek is vooral veel akkerbouw en melkveehouderij te vinden. Omdat de weidevogels graag hun nesten maken op het land van de boeren is een samenwerking met de boer cruciaal. Boeren zijn sinds 2021 verplicht om na de maisteelt een vanggewas in te zaaien. Vanggewassen zoals gras of wintertarwe nemen de stikstof van mest op die niet is opgenomen door bijvoorbeeld de mais. Stikstof komt daardoor minder in het oppervlakte- en grondwater terecht. Als dit gewas in het vroege voorjaar al erg hoog is, is het niet een plek waar de Kievit zich thuis voelt en dus ook geen nest gaat maken. De Kievit is een zichtvogel, legt Gerrit uit, ‘die vindt dat hoge gras helemaal niet fijn en voelt zich daar onveilig. De vogel kan het gevaar niet zien aankomen. Een open aardappelveld lijkt voor de kievit een ideale plek om een nest te bouwen. Helaas is de plek dan niet geschikt om kuikens groot te brengen door een gebrek aan insecten. Voor grutto’s en wulpen zijn weilanden met bloemen en kruiden belangrijk voor hun kuikens. Dit, omdat deze begroeiing veel insecten aantrekt en er dan voldoende voedsel is. Een uitgestelde maaidatum eventueel voor een deel van het perceel zou een oplossing kunnen zijn. Op die manier hebben de kuikens dan voldoende tijd om groot te worden. De opgezochte nesten kunnen ruim uit gerasterd worden zodat de kuikens veilig groot kunnen worden. Een aantal andere dilemma’s zijn vrij makkelijk op te lossen door royale akkerranden aan te leggen rondom het land. Dit kan interessant zijn voor de boeren omdat ze hiervoor een vergoeding kunnen ontvangen. Gelukkig staan steeds meer boeren positief en welwillend tegenover dit soort initiatieven omdat ze zelf ook veel plezier hebben om weidevogels te horen en te zien.’

Boeren & samenwerken
Veel boeren zijn bereid hun handen uit de mouwen te steken en zich ook in deze aan te passen. Grote akkerranden, kuikenstroken en mengsels van grassen met kruiden om zoveel mogelijk insecten aan te trekken; wat nodig is, gebeurt steeds meer ook in verband met het Gemeenschappelijk Landbouw Beleid (GLB). Inmiddels kan de vogelwerkgroep vertellen dat het met de Wulp beter gaat en de Tureluur ‘constant’ blijft. Ook worden de Gele Kwikstaart en de Veldleeuwerik weer vaker gezien. Dit is natuurlijk geweldig nieuws; ‘Maar we zijn er nog lang niet, dit kan ook alleen als we allemaal samen blijven werken.’ Aldus Gerrit.
Hij vertelt nog wel een mooi verhaal; ‘In Noordijk hebben we een Wulpennest gevonden met daarin 7 eieren. Of het nu van twee vrouwtjes komt, dat weten we niet. Maar het aantal is geweldig!’ In Rietmolen is ook een fanatieke boer die zeer begaan is met de weidevogels. Hij was zo geschrokken dat er ooit een keer een vogel is overleden tijdens het maaien dat hij besloot dat dat nooit meer zou gebeuren. Hij heeft zelfs een drone aangeschaft om de eventueel aanwezige nesten te controleren en te beschermen. ‘Dit soort kleine succesverhalen zijn geweldig. Hier doe je het voor!’

Jaar van de Scholekster
Met verschillende weidevogels gaat het voorzichtig steeds iets beter, mede dankzij de inzet van de vrijwilligers. Maar de Scholekster heeft het zwaar en verdient wat extra aandacht. Zo vertelt de site van de vogelbescherming het volgende: “Vanuit de vogelbescherming is het dit jaar het jaar van de Scholekster. Vergeleken met deze andere weidevogels heeft de Scholekster nog meer problemen, en maakt daarom zeker kans op de titel nationale pechvogel. Naast weidevogel is de Scholekster ook wadvogel en in toenemende mate een stadsvogel. In al deze leefgebieden heeft de soort te maken met bedreigingen. Ondanks dat hier al onderzoek naar is gedaan, weten we nog onvoldoende over de uitbreiding naar de stad en het broedsucces aldaar en in het landelijk gebied. Iedereen kan meedoen met onderzoek om daar meer over te weten te komen.”[Einde quote] Nog een leuk feitje: De Scholekster is de een van weinige weidevogel die jongen de eerste 3 weken voert.

Talking numbers
Wat cijfers op de rij: in 2012 zijn er 7 nesten in Berkelland gevonden van de Tureluur, inmiddels zijn dat er 9. De Grutto begon op 70 nesten, maar met de jaren zakte dat naar het diepte punt van 48 nesten, uiteindelijk zijn er in 2022 55 nesten gevonden. De Scholekster staat er na een kleine opleving in 2013/2014 al vanaf 2012 niet al te best voor; 18 nesten in 2022. De Wulp die bereikte in 2019 het diepte punt met 32 nesten. Vorig jaar kwam hij op 49 nesten! De Kievit zat ook in 2019 op zijn laagste aantal gevonden nesten, namelijk 156. Inmiddels is dit opgelopen naar 208 nesten.

Voorlichting
Ben je geïnspireerd geraakt en wil je graag bijdragen? Werk je voor een organisatie of onderwijsinstelling die meer wil weten? Dan kan je contact opnemen met de organisatie en vragen naar de mogelijkheden.
G.J.Stomps
06- 23 51 57 85

Wil jij je inzetten als vrijwilliger? Dan ben je meer dan welkom.

Meer lezen?
www.vanberkelenslinge.nl of
www.weidevogels.nu

Deel dit artikel:

Meer nieuws

Scroll naar boven