Dichtersverzet met Willem Sluiters Wilhelmus en Engle-benden


BERKELLAND – Dichtregels van Willem Sluiter (1627-1673) kregen in de bezettingsjaren een verzetsrol. Het naar hem genoemde informatiepunt www.willemsluiter.nl publiceert hierover ter gelegenheid van 4 en 5 mei een artikel van Sluiterkenner Arend J. Heideman. Dit vormt een onderdeel van de aanloop naar een expositie over deze dichter eind dit jaar bij de Vrije Universiteit Amsterdam. Aan tijdloze dichtregels had Sluiter het mede te danken dat zijn werk enkele eeuwen zeer populair bleef. Zijn Bede-Zang voor onse Krygs-Machten, waarmee hij Jeremia’s Klaag-Liederen afsloot, wijkt hier sterk van af. Juist dit lied, geschreven op de wijs van Wilhelmus van Nassouwe, is in de Tweede Wereldoorlog benut voor ander verzet van dichters en eerst in een krant.

Verkapt verzet AR-dagblad
AR-dagblad De Standaard voerde in het eerste oorlogsjaar Sluiters lied al op voor verkapt verzet. Deze krant bleef overigens in de bezettingstijd tot ongenoegen van de verzetsmensen van het latere dagblad Trouw te lang verschijnen. Op 28 december 1940 publiceerde dagblad De Standaard een artikel over Willem Sluiter, dat haast als dekmantel leek te dienen voor het overbrengen van een belangrijke boodschap voor die dagen. De slotalinea, met vier dichtregels uit Sluiters bedezang, was helder, maar kwam door de lange aanloop alleen onder ogen van goede lezers en degenen die alleen door de dichtregels werden getrokken. “Zijn poëzie is tijdloos”, schreef biograaf C. Blokland in het proefschrift uit 1965 over hem. “Maar in 1672 werden de spanningen zó groot, dat zelfs in Sluiters poëzie de weerklank daarvan te horen is.” Hierbij wees Blokland op het lied Bede-Zang voor onse Krygs-Machten, dat bij hem in de smaak viel. Sluiter moest voor de tweede keer in zijn leven vluchten voor het leger van bisschop Bernhard von Galen van Münster, ook bekend als Bommen Berend. Tijdens zijn ‘beklaaglijke’ ballingschap maakte hij van de nood een deugd en dichtte.

Wilhelmus voor jonge prins
De Bede-Zang is gezien als een Wilhelmus voor de jonge prins in bange jaar 1672. Het vierde couplet hiervan luidt: Bewijst uw liefd’ en trouwe/ Meest aan dien jongen Helt,/ Wilhelmus van Nassouwe,/ Die voor ons trekt te veldt./ Wilt gy hem hulpe senden,/ Als uyt uw heiligdom,/ Dat hem uw Engle-benden/ Beschutten om end’ om. Amper te geloven, maar het complete gedicht, met een korte toelichting, werd opgenomen in een bloemlezing, die in 1942 in een oplage van 2000 exemplaren verscheen: Pro Patria (voor het vaderland; met als ondertitel: De stem van Holland in Vaderlandse Verzen) van de dichters dr. Klaas Hanzen Heeroma en Gerrit Kamphuis. In een toelichtingen merkten ze op, dat Sluiter moest vluchten voor de “Duitse benden van Bernard van Galen” – tegenover wie Sluiter smeekte om Engle-benden. Enkele andere bekende namen van de 49 dichters in de bundel zijn: Valerius, Vondel, Henriëtte Roland Holst, Marsman, Nijhoff, P.C. Boutens, Clara Eggink, Guido Gezelle, P.C. Hooft, Willem de Mérode en A.C.W. Staring. Zelfs het complete Wilhelmus staat erin. De bundel opende er demonstratief mee. Voor Willem Sluiter is de laatste jaren en vooruitlopend op een viering van de 400e geboortedag in 2027 weer veel belangstelling ontstaan. Dit leidde tot allerlei nieuw onderzoek en plannen hiervoor. Aan de hand hiervan publiceert de aan de dichter gewijde site dit jaar een groot aantal artikelen.

Link voor het complete artikel over het verzet met Sluiters dichtregels.

Deel dit artikel:

Meer nieuws

Scroll naar boven