Willy’s tuincolumn: Koester het dialect a’j plat könt praoten, mo’j ut neet laoten


Hoe heet dit? En dat?

Soms weet ik niet eens de Nederlandse naam, maar ken ik alleen het dialect. Maar geregeld vraag ik mij ook af of er naam is in het dialect. Neem nou hemdskneupkes, ja nu weet ik dat het moederkruid heet. Op mijn werk hadden we het een tijdje terug over tuinkruiden, zo had mijn collega het over poepkroet, geen idee wat het was, nu wel, bij ons heet het smallook, en in het Nederlands bieslook.

Ik vind het prachtig als we die namen kunnen bewaren en nog mooier als we ze weer meer gaan gebruiken zodat het Achterhoeks dialect behouden blijft. Onkruid is roet. Roepen zijn rupsen. Zo zijn er heel veel namen in het dialect voor planten en groentes (gruuntes)en wat leeft in onze tuin. Mij lijkt het heel leuk om samen met jullie een lijst te maken en deze straks te publiceren. Ons Achterhoeks mag niet verloren gaan! Dus weet jij nog dialect namen voor groentes, fruit of planten mail het naar [email protected]

Siepel – uien

brummels – bramen

stengeltjes – raapstelen

piepers/earappel – aardappels

smallook/ poepkroet – bieslook

Stekkebeze – kruisbestuiving

eerdbeze – aardbei

kroten – bieten

wottel – wortel

beuntjes – bonen

Deel dit artikel:

Meer nieuws

Scroll naar boven